Stel (2002)
houtsnede
(40 x 70 cm.)
Voor Leon Janssen (1951; Monumentale vormgeving, Stadsacademie Maastricht) is de houtsnede vooral een spel van lijnen en vlakken. Hij heeft zich de techniek zodanig eigen gemaakt, dat er sprake is van een ‘Janssen-techniek’. In zijn werk wordt veelal een relatie gelegd met Matisse: ”Matisse hield zich zeer intensief bezig met het ritme van de menselijke figuur. Op het moment dat je in een lijn een ritme probeert te stoppen of in een compositie probeert te plaatsen op een zodanige manier dat het niet zoveel meer uitmaakt of ze natuurgetrouw is of niet, dan kom je heel snel bij de deformaties uit die in de richting van Matisse gaan”. Naast de kleur is dit ritme belangrijk. Het gaat hem echter niet alleen om de mooie beelden. Er is steeds een steek onder water, een negatief element of een irriterende factor. De thematiek van zijn werk bestaat uit vlijmscherpe analyses van menselijke verhoudingen. Vaak gaat het over een spanning tussen man en vrouw. De vrouwen in zijn werk zijn echter geen hulpeloze wezens, zij komen als winnaar uit de strijd, de mannen blijven ontredderd achter. De figuren in Janssen’s werk zijn de basis om een beeld mee op te bouwen en als zodanig abstract. Hoe de figuren verdeeld worden komt pas later en is ondergeschikt aan de abstracte beeldmogelijkheden die zo’n vorm heeft.