Z.T. (I) (2015)
acryl / lak / hout
(20 x 28 cm.)
Marjolein van Haasteren (1967, Kon. academie Den Haag) heeft inmiddels een consistent oeuvre van stad- en natuurlandschappen opgebouwd. Stoere machines en botanische landschappen gaan hand in hand of dulden elkaar in ieder geval. De lege gebouwen en roestende machines die op veel werk van Van Haasteren terugkeren getuigen van teloorgang. Was het technologie die de doem veroorzaakte?
De rokerige kleuren zijn vaak gedempt en somber als die van de schemering of de herfst, maar soms zijn de kleuren juist ook hel en giftig in het groen of oranje.
De beleving van de natuur is niet afstandelijk, maar indringend en nabij, overwoekerend en onstuitbaar. Heimwee is voelbaar en een licht unheimische sensatie. Een plant rijst op als een sierlijke burcht op een rots formatie. Een verlaten fabriek ligt doelloos als een afgeslacht beest aan de overkant van de stroom in een bos. Een machine werkplaats in een U-boot uit de eerste wereldoorlog heeft de uitstraling van Jugendstil, het zijn de ingewanden van techniek, de motor als een ondier.
Opvallend is echter dat de mens ontbreekt maar als voyeur zicht krijgt op een
overweldigende natuur en grootse architectuur die versmolten zijn in hun omgeving in
vormelijkheid en kleur. Het perspectief is zwevend, als van onze geest die rondwaart in
een droom.