Gertjan Scholte-Albers
Gertjan Scholte-Albers (1971, AKI Enschede) schildert alle seizoenen buiten, het atelier is hem sinds zijn laatste studiejaar op de AKI vreemd. De wind, de geur en het landschap zijn onuitputtelijke inspiratiebronnen voor zijn olieverfschilderijen. Met zijn brommer en aanhangbak met schilderspullen trekt Scholte-Albers erop uit om de natuur in al zijn facetten vast te leggen. Bij slecht weer is hij ook buiten te vinden, terwijl het doek droog wordt gehouden door een geïmproviseerd plastic afdakje trotseert hij zelf regen en wind. Zijn schilderijen zijn geen klakkeloze kopieën van de werkelijkheid. Scholte-Albers bespeelt de natuur met kleuren en contrasten. Het gaat niet om de werkelijkheid maar om de beleving daarvan. Ook benaderde Scholte-Albers het landschap als een foto negatief. Wat donker is wordt licht en visa versa. Om dit nauwkeurig te doen ontwikkelde hij een soort omgekeerde kleurencirkel. Alles krijgt een tegenoverliggende kleur dan de werkelijke kleur, zo ontstaat een landschap zoals deze volgens Scholte-Albers zou moeten zijn. Hoewel bomen zijn werk domineren, komen er de laatste jaren ook panorama’s van het Hoge Land bij. Weilanden, dorpen en de zee lijken weliswaar meer natuurgetrouw geschilderd dan de, soms bijna fluorescerende, boomlandschappen maar worden volgens Scholte-Albers met hetzelfde gevoel gemaakt. `Dat gevoel is uiteindelijk een diep gevoel van ontzag voor de schepping. Als ik de verscheidenheid zie van die bomen, de dieren die ik hoor of zie dan overvalt me een soort huiver. Hoe oud is dit alles al, hoe vaak is het al niet lente geworden, herfst en winter? Dat gevoel is niet in woorden te vatten. Ik kan het alleen schilderen’, aldus Gertjan Scholte-Albers.